Na weer een slapeloze nacht vanwege de jetlag valt het ons op dat het niet meer regent. Na een blik naar buiten te hebben geworpen kunnen we concluderen dat het een mooie dag (qua weer) gaat worden. Er zitten wat reepjes blauw in de lucht en de vogeltjes fluiten.
Na een ontbijt buiten (wel met trui aan, de temperatuur is niet om over naar huis te schrijven..) en een leuk gesprek met onze Canadese buren rijden we weg richting het noorden via Highway 1 (ook wel Island Highway genoemd).
Duncan is bekend als de Stad van de Totems (er zijn er meer dan 80 in de stad en langs de weg). Het is de thuishaven van het Cowichan-volk, dat beroemd is om zijn houtsnijkunst. We bezoeken het Quw'utsun Cultural and Conference Centre waar we een film bekijken waarin ook andere aspecten van hun cultuur worden getoond. De tuin staat vol met prachtige totempalen.
Na Duncan komen we aan in het stadje Chemainus, dat faam geniet om zijn muurschilderingen.
Vervolgens rijden we door Nanaimo, dat bekend staat als een levendig vissersplaatsje. Wij vinden het echter een vieze stad waar je niet kan parkeren. We rijden dus door via Highway 4 naar het westen. Cameron Lake komt in zicht en vervolgens het majesteitelijke oerbos van Cathedral Grove.
Als we weer verder rijden zien we ineens een man op de weg liggen, echt maar net op de vluchtstrook. Zijn hoofd en bovenlichaam zijn afgedekt door een jack. We schrikken ons kapot en zien de auto voor ons ook twijfelen. We kunnen echter nergens stoppen en het ziet er wel naar uit dat hij overleden was. We hebben dus geen actie ondernomen (er vanuit gaande dat zoveel andere automobilisten dit gezien hadden). We blijven er echter maar over nadenken wat hierachter zou kunnen steken, het geeft helemaal geen goed gevoel.....
Via Port Alberni komen we bij het laatste gedeelte van de rit dat naar een werkelijk ongerept landschap leidt. We tanken maar even helemaal vol na Sproat Lake omdat je van hieraf 85 km niet kunt tanken. We passeren de Sutton Pass en stijgen via een serie scherpe bochten naar het Clayoquot Plateau. We rijden door naar Tofino waar we een plek uitzoeken op Mackenzie Beach Resort, dat een indoor zwembad met zout (zee-)water heeft. We vinden een mooi plekje en maken onze in een supermarkt gekochte fles Chardonnay open. Hij smaakt vreemd en we krijgen er geen 'warm' gevoel van. Het blijkt alcoholvrije wijn (dus dure druivensap) te zijn....
Na een half uurtje zwemmen in het zwembadje lopen we naar het dorp. Toch nog een half uur flink doorstappen. 'Tofino blijkt ook niet meer voor te stellen dan een paar straten met vooral aanbieders van allerlei excursies (whale- en bearwatching). We besluiten morgen maar op eigen houtje het gematigd regenwoud te gaan verkennen. We vinden een leuk eettentje (eigenlijk weer een Ierse pub..) in een houten huis op palen boven het water in het havengebied.
1 opmerking:
IIIEEEKS! een dooie: dat kan ik me daar wel voorstellen, zo uitgestrekt: ik zou ook niet stoppen als buitenlanders...erie..
grtjs Roos
Een reactie posten