zondag 6 januari 2008

Tunesie 2007-2008

Tunesië 29 december 2007 tot 6 januari 2008

Zaterdag 29 december
We pakken de trein van 11 uur omdat we gepland hadden rond 14 uur bij Mariël en Paul te zijn in Amsterdam. We kunnen ze mooi nog even een bezoek brengen voordat we om 19 uur met het vliegtuig naar Sousse in Tunesie vertrekken. Bij station Amsterdam Bijlmer gaat het echter al mis bij de NS. Vanwege een storing aan het sein tussen Utrecht en Amsterdam rijden er (bijna) geen treinen meer tussen dit traject. We besluiten de metro te nemen en het laatste stuk (door het Oosterpark) te lopen. Dit blijkt nog niet mee te vallen met de zware bepakking maar het lukt ons toch om (weliswaar een uur te laat) bij Mariel, Paul en Merel te arriveren. Merel heeft net 2 cavia's gekregen en de beestjes worden door haar bijna doodgeknuffeld. Na een heerlijke lunch brengt Mariel ons met de auto naar Schiphol, omdat de treinen niet tot nauwelijks rijden. Een geweldig aanbod! We landen om 21:50 uur (tijd blijft hetzelfde in de winter) en een transit busje brengt ons naar hotel El Hana Beach in Sousse. Het regent...De schrik slaat ons om het hart als we de walsende (voornamelijk oude en Duitse) menigte met feesthoedjes zien walsen op keiharde muziek in de eetzaal... Na het inchecken blijkt onze kamer ook nog eens heel vies te zijn en moeten we zelf de bedden opmaken. We besluiten ons hierdoor niet uit het veld te laten slaan en gewoon te beginnen met een flinke fooi neer te leggen voor het kamermeisje. Wie weet wat er gebeurt!Het eten is verder prima; een groot buffet met allerlei soorten salade, vlees, vis en een toetjesbuffet. Het valt ons wel op dat er veel 'Russische maffia' aanwezig is. Haantje de voorste graaien ze met gulzige blikken in de bakken met etenswaren. We kijken met verbazing toe hoe ze enorme bergen eten op hun bord stouwen. En soms vertrekken ze alweer zonder er een hap van genomen te hebben. Fijne mentaliteit!












Zondag 30 december
We slapen uit tot 9 uur en ontbijten een enorm ontbijtbuffet. De hoeveelheid graaiende menigte valt mee op dit tijdstip. Onze hotelkamer heeft uitzicht op zee! Het is een bewolkte dag maar het lijkt droog. We lopen het stadje (Sousse) in en bezoeken de Ribat en de Grote Moskee + de medina en de souks. Dit soort dingen hebben we natuurlijk al vaker gezien en heb je er 1 gezien, dan heb je ze allemaal gehad... Helaas is ook nog het archeologisch museum gesloten wegens verbouwingswerkzaamheden. We drinken koffie en nemen er een gebakje bij (heerlijk hier!) een een typisch mannencafe (je ziet er alleen maar mannen die aan waterpijpen zitten te lurken). Ik neem een duik in het overdekte en verwarmde hotelzwembad. Daarna drinken we een deel van onze meegebrachte fles Campari op op onze hotelkamer die er nu (na het geven van een fikse fooi van zo'n 2 euro, een gigantisch bedrag voor de mensen hier!) ineens piekfijn uitziet. Het avondbuffet is gigantisch en we kunnen er niets negatiefs over zeggen. We verbazen ons over de negatieve recensies die we (net voor vertrek natuurlijk pas...) op internet gelezen hebben over dit hotel. De meeste klachten betroffen het toch wel ver benedenmaatste eten. Wij hebben echter niets te klagen en 'ons' obertje (hij doet onze serie tafels) slooft zich gigantisch voor ons uit.

Maandag 31 december
We staan om 6:30 uur op (geheel kapot), ontbijten snel en lopen naar het treinstation dat op zo'n 20 minuten lopen van het hotel ligt. We nemen de trein van 8 uur naar El Djem waar zich een enorm Romeins amfitheater bevindt. De reis kost heen en terug maar 7 dinar (4 euro 20). Het theater, waar gladiatorengevechten en gevechten tussen ter dood veroordeelden en dieren plaatsvonden, is iets kleiner dan het Colosseum in Rome. Een gigantisch gevaarte! Vroeger heette deze Punische stad Thysdrus, nu El Djem. De stad koos tijdens de Derde Punische Oorlog in 146 v.Chr. de kant van Rome. Dat bleek een wijze beslissing. Thysdrus werd na de val van Carthago beloond met de status van vrije stad.

Halverwege de 3e eeuw werd het een Romeinse kolonie. Het was een van de welvarendste steden in de provincie Africa. Het mooiste overblijfsel uit die tijd is het 3e-eeuwse amfitheater, het op twee na grootste Romeinse amfitheater ter wereld en het best bewaard gebleven Romeinse bouwwerk in Afrika.De gangen voeren naar alle verdiepingen van het auditorium dat een omtrek van 427 meter heeft. De hoogste tribunes bieden een adembenemend uitzicht. Ruim 30.000 toeschouwers konden de spelen bijwonen.

We bezoeken hierna het indrukwekkende museum aan de rand van El-Djem dat huist in een van de best bewaard gebleven Romeinse villa's in Tunesie. Naast voorstellingen met gladiatoren bezit het museum mozaiken met abstracte of gestileerde motieven.












De zon breekt door en we kunnen prachtige plaatjes van het geheel schieten. We pikken een terrasje en het mannetje haalt bij een winkeltje cakejes voor ons die we bestellen maar die hij niet standaard in voorraad heeft. We nemen de trein van 12 uur terug en rijden in een uur tijd terug naar Sousse. Het is ontzettend druk en we moeten de hele weg staan. Als we eruit willen begint er al een menigte binnen te dringen waardoor uitstappen onmogelijk wordt. We moeten ons een weg naar buiten vechten. Rare jongens, die Tunesiers....Eenmaal in Sousse gearriveerd zien we ineens de 'Noddy Train' staan, een gek toeristentreintje dat je voor een luttel bedrag naar Port el Kantaoui vervoert, 8 km verderop naar het noorden. We stappen over onze schaamte heen en laten ons vervoeren naar deze 'groene haven' ('el Kantaoui' betekent 'tuin') aan de Middellandse Zee. Het doet inderdaad zijn naam eer aan: bloemen bloeien er in overvloed. De jachthaven is de op 1 na grootste van het land. Met zijn comple van luxehotels (in Arabische stijl gebouwd) direct aan het strand vertegenwoordigt deze zone het chiquere segment van Tunesies florerende toeristenindustrie. Het ligt er vol met imitatie-piratenschepen, een gevolg van het feit dat de film 'Pirates' van Roman Polanski hier is opgenomen. We nemen een groot bier op een terras in de zon. Als we terug willen gaan met de Noddy Train en om 16:30 uur op de afgesproken plek staan, komt er geen treintje.... Na een kwartier stopt er ineens een auto waarvan de bestuurder ons wenkt. Het blijkt de eigenaar van de Noddy Train te zijn. Zijn treintje is kapot en hij wil ons een lift terug naar Sousse geven. Speciale service, toch wel bijzonder!We borrelen wat op de hotelkamer en verzamelen moed voor het oudjaarsdiner. We zien de bui alweer hangen... En inderdaad, ons obertje leidt ons linea recta naar een lange tafel waar we moeten plaatsnemen tussen wildvreemde mensen met wie het voor geen meter klikt. Een oude Duiser, geheel in witte kapiteinskleding gehuld (compleet met pet!) danst in beschonken toestand de sterren van de hemel (denkt hij zelf..). Om de feestvreugde nog meer te versterken hebben ze iedereen een feesthoedje en een uitrolfluitje gegeven. De talrijke aanwezige, vrijgezelle Tunesische jongens krijgen er maar geen genoeg van erop te blazen. Gevolg is dat je door het lawaai geen zinnig woord meer tegen elkaar kunt uitbrengen. Om het half uur komen de Tunesische trommelaars en buikdanseressen binnen en stormt iedereen naar de dansvloer, mobieltje hoog boven zich uitgeheven in een poging om toch maar vooral alles te kunnen vereeuwigen. We houden het vol tot 22:30 uur en dan houden we het voor gezien. We sluipen naar onze hotelkamer waar we ons Oud en Nieuw op onze eigen manier beleven.

Dinsdag 1 januari
We slapen uit tot 9 uur, ontbijten en ik neem een duik in het hotelzwembadje. We nemen voor 5 dirham pp (1 dirham = 0,60 eurocent) de Metro du Sahel naar Mahdia. De reis duurt 1 uur en 3 kwartier en gaat naar het zuiden langs de kust. Het is een afstand van 70 km. Het is een prachtig plaatsje. Het is een van de aantrekkelijkste steden van het land met huizen met fraai versierde interieurs. Het is bovendien een van de aantrekkelijkste steden van het land. Het heeft zijn middeleeuwse charme grotendeels behouden. Aan de met palmen omzoomde kade heerst een grote bedrijvigheid.








Een reusachtige poort, de Skifa el-Kahla, biedt toegang tot de medina. We drinken koffie op Place du Caire, een pleintje in het hart van de medina, dat de sfeer uitademt van een salon. De wijkbewoners, en dan met name de oude mannetjes, komen hier om nieuwtjes uit te wisselen, vrienden te ontmoeten, de krant te lezen of wat te mijmeren boven een glas thee. De cafés aan het pleintje kijken uit op de Mustapha Hamza-moskee.













We maken een wandeling langs de kust langs 10e eeuwse Fatimidische verdedigingswerken naar de Borj el-Kebir (een Turks fort uit de 16e eeuw). Op de heuvel voor het fort ligt een 16e eeuwse Islamitische begraafplaats. Vissers leveren enorme gevechten met de golven en moeten oppassen niet overspoeld te worden door opspattend water. In 1907 vonden Griekse sponsduikers in de zee bij Mahdia een Romeins scheepswrak vol marmeren zuilen, reliefs, schulpturen en bronzen vazen. De inhoud van het wrak is in het Bardo museum in Tunis te zien. We pikken een terrasje bij een schilderachtig cafeetje boven zee. We nemen de trein van 16:15 uur terug.








Woensdag 2 januari
We staan om 7 uur op en nemen de trein van 8:34 uur naar Tunis. We boeken een Comfort Class kaartje. Wel wat duurder, maar nu hebben we tenminste een zitplaats en veel beenruimte! Regelmatig wordt er iemand van de plaats gehaald die daar blijkbaar ten onrechte zit. Vervolgens wordt er iemand anders die blijkbaar wel recht op de plek heeft, voor in de plaats gezet. Blijkbaar weten de Tunesiers zelf ook nog niet hoe hun systeem precies werkt. Te trein doet er 2 uur over en kost 10 euro pp retour. We nemen vanaf Place du Barcelone (het eindpunt van de trein) de metro (lijn 4) naar het Bardo museum. Het museum ligt in een buitenwijk van




























Tunis en is ondergebracht in een voormalig paleis van de Husseinidische beys. Je vindt er een ongeevenaarde collectie mozaieken (2e tot de 4e eeuw) uit de huizen van de rijkste burgers in Romeins Afrika. Hier liggen ook de mooiste mozaieken uit Bulla Regia. Naast deze stukken van onschatbare waarde bezit het Bardo een groot aantal voorwerpen uit andere perioden, zoals Punische funeraire maskers, Griekse bronzen beelden, islamitisch tegelwerk en vonsten uit een schip dat in de 1ste eeuw v.C. ter hoogte van Mahdia gezonken was. Vanaf de Marina (dit stuk lopen we vanaf het Place de Barcelone, een mooie tocht over de Avenue Habib Bourguiba, het doet ons hier echt aan Parijs denken) nemen we de TGM (de kusttram) naar Carthago.




















Deze doet er ongeveer een half uur over. Als we uitstappen zien we al meteen een Romeinse pilaar. Daar staan ze hier helemaal niet van te kijken want woon je in een voorstad van Tunis, dan wonen de Romeinen zo'n beetje in je achtertuin. Carthago, de stad uit de oudheid, wedijverend met Rome, reden waarom de Romeinse senator Cato zijn toesparken steevast afsloot met 'Ceterum censeo Cartaginem esse delendam' (Voorts ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden'). We bezoeken de thermen van Antonius. De restanten van die legendarische stad die gesticht werd in 814 v.Chr. door de Feniciers, daar is het moderne Tunis zo'n beetje overheen en omheen gebouwd. Carthago werd met de grond gelijk gemaakt tijdens de Punische Oorlogen, maar de Romeinen bouwden met dezelfde stenen een nieuwe stad. De restanten daarvan, de funderingen van de Romeinse huizen, die liggen als je hier woont waarschijnlijk onder jouw fundering. Niks bijzonders. Hooguit lastig bij de aanleg van een nieuwe voorraadkelder. We bezoeken de thermen van Antonius, onderdeel van de opgravingen van Carthago. Wat zal het wezen, denk je van tevoren. Een zwembad, met een par kleedkamers om je toga uit te hangen? Maar de thermen vormen zo'n uitgestrekt complex dat je alleen al een paar uur nodig hebt om er fatsoenlijk rond te kijken. Immens groot. Er worden busladingen toeristen leeggestort, maar je merkt er weinig van. De meeste bezoekers verdwijnen gewoon tussen de pilaren en in de gewelven. We nemen de TGM terug en zien bij het oversteken van de dam over de Golf van Tunis een groep flamingo's staan. We lopen terug langs de Avenue Habib Bourguiba, de Champs Elysées van Tunis, waar het wemelt van de terrasjes. s'Avonds zitten hier voornamelijk mannen, maar in de middag ook veel vrouwen. Tunesie was lang een Frans protectoraat en dankzij de vele ijzeren balkonnetjes waan je je soms net in Parijs, maar dan met palmen en lila bloeiende bomen. Je ziet hier trouwens nauwelijks vrouwen met hoofddoeken lopen. Hoofddoeken zijn in Tunesie sinds 1981 officieel verboden, maar in de praktijk worden ze nog altijd oogluikend toegestaan. We pikken een terrasje en drinken een heerlijk biertje terwijl we ons verbazen over de enorme zwermen spreeuwen die overvliegen en onder een luid, overweldigend gekwetter landen in de rijen bomen langs de kant van de weg. Om 17:35 uur nemen we de trein terug naar Sousse.

Donderdag 3 januari
We slapen uit tot 9 uur en ontbijten. Ik neem een duik in het hotelzwembadje. We lopen een stuk en nemen vervolgens een taxi naar de Bon Pasteur catacomben in Sousse. Het is een christelijke onderaardse begraafplaats uit de 3e eeuw. Op sommige plaatsen is de muur opengewerkt en kan je een aantal skeletten zien liggen. De begraafplaats is 1.6 km lang en bevat 6000 graven.


























We nemen de Metro du Sahel naar Monastir waar we het mausoleum van Bourguiba bezoeken en het Graf van de Onbekende Soldaat (een symbolisch graf voor alle Tunesische soldaten die voor de vrijheid van hun vaderland vochten). Daarna bezoeken we de ribat, de islamitische kloosterburcht die de kust moest verdedigen. Het bolwerk uit 796 is de oudste ribat op het Afrikaanse continent. De Monthy Python film 'Life of Brian' is hier voor een deel opgenomen. Habib Bourguiba werd in 1903 geboren. Na zijn rechtenstudie in Parijs keerde hij terug naar Tunesie waar hij zich in de politiek stortte en campagne voerde tegen de Franse bezetting van zijn land. Aanvankelijk was hij lid vand e Destour-partij; in 934 vormde hij de Neo-Destour. Bij de onafhankelijkheid van Tunesie in 1956 werd hij uitgeroepen tot de eerste president. We drinken een aantal biertjes op een zeer luxe terrasje bij de jachthaven in de zon en nemen de trein van 16:05 uur terug naar Sousse.

Vrijdag 4 januari
We hebben via Liesbeth (onze Hotelplan hostess) een auto laten reserveren bij verhuurbedrijf Galaxy. Om 8 uur s'morgens zou de auto (een Renault Clio) gebracht worden. Een dag autohuur kost hier 75 dinar. Om 8:15 uur is hij er nog niet en we bellen een slaperige Liesbeth uit bed. Zij belooft er achteraan te gaan. Even later belt ze terug. Er is 'iets' misgegaan en hij zal er over 5 minuten zijn. We worden een beetje giftig want we hebben een enorme afstand af te leggen vandaag. Om half negen is hij er en gelukkig zijn de formaliteiten snel afgehandeld. De auto blijkt prima in orde te zijn. We rijden via Tunis (dit is autobaan en gaat stukken sneller volgens ons obertje (dat ons nog snel even stiekem een lunchpakket toestopt), dan binnendoor over boerenlandwegen) over Beja naar Jendouba en vervolgens een stukje naar het noorden (niet ver van de Algerijnse grens) naar Bulla Regia.


























In dit gebied is het s'zomers zo heet dat de mensen in de 2e en 3e eeuw ondergronds gingen. Twintigduizend rijke Romeinen en vijftigduizend slaven woonden hier. Van de ongeveer 300 Romeinse villa's zijn er pas een stuk of acht toonbaar voor het publiek. Er ligt nog zoveel meer geschiedenis onder de grond, maar ze hebben blijkbaar geen sou om het op te graven. Bij de eerste villa moeten we een stijle trap af. De huizen zijn een soort doorzonwoningen, villa's met een atrium; door een grote schacht komt daglicht naar binnen dat zich azacht naar de omliggende kamers verspreidt. De kamers zijn intact, dat is het wonderlijke. Vanuit de verte is Bulla Regia een rommeltje, een dorre boel, wat ongeordende stapels stenen. Maar onderaan de trap kom je gewoon een huis binnen. Je ziet waar de lanken tegen de muur zaten en zelfs het ventilatiesysteem (iets met buizen) is nog intact. De mozaieken op de vloer geven het idee van kleden en we blijven dralen bij een pilaar, want het voelt alsof ieder moment de bewoners thuis kunnen komen. Straks wordt de vis uit Tabarka (een mooie duikstek!) bezorgd, daarachter ergens zat mevrouw vanochtend nog haar haar te doen en haar man is even.. Elke villa is genoemd naar het mozaiek dat er werd aangetroffen. Sommige van die prachtige kunstwerken bevinden zich nog ter plekke, andere zijn overgebracht naar het Bardo museum in Tunis. Het Huis van Amphitrite is een villa in de noordelijke groep van ondergrondse huizen en is het klapstuk vanwege zijn verfijnde mozaieken die zich in het souterrain bevinden. Vissen, merels, fazanten, grutto's een gazelle, de godin Amphitrite, een vrouwenportret, dolfijnen met engeltjes (invloed van het vroege christendom). Een jongen sprenkelt wat water over de mozaieken en de kleuren komen tevoorschijn alsof je een foto ontwikkelt, de blauwe en groene stukjes glas in de staart van de pauw zijn fel en transparant als de zon erop schijnt. Nog even en dan vliegt hij weg. Het Huis van de Jacht is een fraaie ondergrondse villa waar met name de verdiepte binnenplaats met zijn zuilengang indrukwekkend is. Het Forum was het hart van de stad. Hier stonden de belangrijkste openbare gebouwen en tempels en vonden grote vieringen plaats. De Markt werd aan drie zijden omgeven door marktkramen. De Thermen bieden een goed beeld van de omvang van de thermen van Julia Memmia, vrouw van een keizer. Ze omvatten ook kleedkamers, een gymnasium en een frigidarium. Het kleine amfitheater werd in de 4e eeuw gebouwd. Het ligt aan de oostrand van de stad, vlakbij het forum. Na 2 uur ronddolen rijden we via Bou Salem en Teboursouk door naar Dougga.








Tussen de akkerheuvels en de gele bloemenvelden ligt de best bewaarde Romeinse stad van Tunesie. Het was de zetel van de Numidische koning Massinissa, maar in de 2e eeuw n.C. kwam de stad onder Romeins gezag. Je kunt erdoorheen slenteren zoals je door een moderne stad loopt: door strate, met aan weerszijden restanten van huizen, van de ene tempel naar de andere, het is zo veel en eigenlijk moet je er voor de uitleg een gids bij hebben. Het Capitool, een bouwwerk uit 166 n.C. is een van de indrukwekkendste Romeinse monumenten van het land. Vier zuilen dragen het resterende deel van het fronton van de tempel met een beeld van Antonius Pius. Dar el-Achab (de Tempel van Tellus) beneden het forum is een tempel uit 164 n.C., nu vernoemd naar een familie die er heeft gewoond.


Het Plein der Winden werd in 190 n.C. aangelegd als uitbreiding van het forum. De naam verwijst naar een 3e eeuwse inscriptie in het plaveisel, met de namen van 12 Romeinse winden. De Romeinse Villa's staan langs een geplaveide weg. Het meest intact zijn het Huis van de Seizoenen. De Lycische Baden, een complex met koude en warme ruimten en gymnasia, was rijk versierd en stond ook bekend als de Winterbaden. De vloeren waren bedekt met mozaieken en de muren bekleed met marmer. Verderop, in een grote platte steen, heeft een van de Romeinse arbeiders zijn voetafdrukken uitgebeiteld. Keurig naast elkaar, pontifical midden op een grote steen, vlak achter de tempel. Wat een manier om de eeuwen te overbruggen.

Zaterdag 5 januari
Het is onze laatste dag. We moeten om 12 uur onze kamer verlaten hebben en kunnen de rugzakken in een opberghok achter slot en grendel zetten. Ik neem nog een laatste duik in het hotelzwembad en we besluiten niet naar Kairouan te gaan maar over het strand naar Port el Kantaoui te lopen. Het is een flinke wandeling, 8 km over het strand, met flinke bepakking. Daar aangekomen pikken we een aantal terrasjes en luisteren naar jaren '70 muziek die daar gedraaid wordt. Erg relaxed allemaal. Terug in het hotel in Sousse (na weer 8 km teruggelopen te zijn) drinken we nog wat en kunnen om 18:30 uur nog net mee-eten. Als een stel hongerige wolven staat er een groep bejaarde Duitsers (of zijn het Russen? ) voor de nog gesloten deuren te wachten. Ze vallen aan op het eten, de obers moeten gigantisch hard rennen om de bakken weer tijdig gevuld te krijgen. Het is een genante vertoning en we kunnen ons lachen nauwelijks inhouden als we de wanstaltige types zien langsschuifelen. Een geblondeerde oma in minirok en met gouden neusring, een opa met gouden oorbel en alpinopet (we noemen hem Corneille), een stoer motorjack geklede, broodmagere jongen (we denken eerst dat hij aan de Paris Dakar rally zal meedoen, maar hij blijkt iets voor Humanitas te doen?!) en zo gaat het maar door. Om 19:30 uur worden we opgepikt door een busje en om 22 uur vliegen we terug naar Schiphol, waar we om 1 uur s'nachts aankomen. We kunnen nog net de nachttrein naar Eindhoven van 2:03 nemen. In Eindhoven nemen we een zeer dure taxi van 20 euro en om 5 uur liggen we eindelijk in bed.