We staan redelijk op tijd op, ontbijten stevig (we hebben constant gigantische honger, zal wel komen door al het blikvoer dat we hier eten…). We vertrekken en laten met weemoed in het hart deze mooie camping achter. Een camping waar je s’ochtends hertjes tegenkomt op weg naar het toilet! Het ligt eigenlijk in een groot dal, volledig windstil en met uitzicht (naar boven) op hoodoos.
We rijden naar de Paint Pots, een voor Indianen heilige plaats (in het verleden). De kleurstoffen in de poelen zijn gebruikt om hun lichamen te beschilderen.
Het zijn koude, ijzerrijke bronnen die opborrelen tot kleine poelen. Begin 20e eeuw was de start van het commercieel ontginnen van de aarde om er kleurstoffen aan te onttrekken. Er staat nog wat oud mijngereedschap, verspreid over het terrein.
We vinden een smal bospaadje naar beneden, naar het dorp. In een voortuin zien we ineens een groot hert aan de heg eten. Totaal niet bang, volgens de buurvrouw zit hij hier dagelijks. Raar…
We eten bij Earls. Echt een aanrader. De Marguerita’s zijn maar 4 Australische dollars op maandagavond (boffen wij even..). We eten iets Indiaas (Kip Corma?), erg lekker en leuke, humoristische bediening. We drinken een grote bak koffie bij Starbucks. Het bospad terug is pikkedonker. Gelukkig hebben we 2 zaklampjes bij ons..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten