Zaterdag 6 oktober/zondag 7 oktober 2007
Vanochtend vroeg opgestaan, omdat de camper voor 10 a.m. ingeleverd moet worden. Dat lukt ruimschoots en bij het opnemen van de kilometer stand blijkt dat we “slechts” 7km over ons maximaal gratis te gebruiken aantal kilometers zijn heen gekomen. Dus dat wordt $2,45 bijbetalen. Dit hadden we eerlijk gezegd niet verwacht te hoeven betalen, een beetje kinderachtig, maar we hebben gemerkt dat de Candadezen erg op de centen zijn. We hebben dus deze 3 weken ruim 3200 km gereden. Vanaf het Canadream kantoor worden we met een busje naar het vliegveld van Calgary gebracht, waar we onze bagage achterlaten en dan meteen weer een taxi terug nemen naar downtown. Het weer is vandaag schitterend. Zonnetje schijnt en de temperatuur is heerlijk. We gaan naar het Glenbow museum, waar we erg onder de indruk raken van de uitgebreide collectie voorwerpen betreffende de oorspronkelijke bewoners van Canada. Het blijkt dat tot 1970 de oorspronkelijke bewoners (veelal Indianen) nauwelijks rechten hebben gehad en niet voor vol werden aangezien in Canada. Er is nu een kentering op gang gekomen die de oorspronkelijke bewoners weer meer terug brengt naar hun roots, met alle daarbij behorende gebruiken en leefgewoonten. Het wordt breed gesteund vanuit de overheid. We brengen een aantal uren door in het grote museum. Daarna besluiten we toch maar even de Calgary Tower in te gaan, met zijn 190 meter hoogte een van de allerhoogste uitzichttorens ter wereld. Aangezien het heel helder weer is heb je een fantatisch uitzicht op de besneeuwde Rocky Mountains in de verte aan de ene kant en de uitgestrekte prairies aan de andere kanten. Een gedeelte van de vloer is van glas zodat je tussen je voeten door in een onpeilbare diepte kijkt. Niet goed voor mensen met hoogtevrees. Verder hebben we geen behoefte meer om nog verder iets in Calgary te gaan doen of bekijken en nemen een taxi terug naar het vliegveld. De taxi chaffeur is een heel vriendelijke Somalier die honderduit vertelt over de problemen die buitenlanders ondervinden in de USA en hoe het het met de integratie van buitenlanders gaat in Canada. Het schijnt toch een wereld van verschil te zijn. Als toerist hebben we niets van deze bestaande verschillen gemerkt. In onze ogen lijkt Canada heel erg veel op ded USA. De taal is hetzelfde, de eetgewoontes zijn gelijk, alleen zien we hier wat minder dikke mensen dan in de USA.
Terugkijkend op deze 3 weekse reis: een geweldige ervaring vwb wildlife en ongerept natuurschoon. Aan wildlife hebben we gezien:
- blackbear
- grouse
- deer
- elk
- mountain goat
- big horn sheep
- coyote
- wolf
- orca
- humpback whale
- dolfijn
- zeeleeuw
- zeehond
- bald eagle
- golden eagle
- heel veel andere vogelsoorten
- 5 soorten eekhoorns
- Konijn
- Haas
Helaas hebben we geen grizzly en cougar gezien. Canada is we een behoorlijk duur land.
De terugreis met Air Canada verloopt redelijk. We slapen echter heel slecht. In Frankfurt moeten we overstappen en we halen maar op het nippertje onze vlucht naar Amsterdam. Op Schiphol missen we net op een minuutje onze trrein naar Eindhoven, dus wachten we een halfuurtje. Toen blijkt er voor de afwisseling weer eens geen treinverkeer te zijn tussen Den Bosch en Eindhoven. Dat wordt dus weer een busreisje. Uiteindelijk zijn om om 17:00 uur thuis. Het is in ieder geval heel lekker weer in NL. De eerste creditcard afrekeningen liggen al op ons te wachten :-(
Nu gaan we ons mentaal voorbereiden op een volgende leuke bestemming: Madagaskar!
zondag 7 oktober 2007
zaterdag 6 oktober 2007
Van Banff naar Calgary
Vrijdag 5 oktober 2007
Vanochtend worden we wakker in een wondere witte sneeuw wereld. Het heeft afgelopen nacht behoorlijk gesneeuwd en de hele camping en de bergen en bossen rondom ons heen is als op wintersport. De zon komt een beetje door en we besluiten voordat we naar Calgary rijden eerst nog een hike te gaan maken in de omgeving van Banff. Dus we rijden weer naar de Minnewanka loop die we aantreffen in een stralende zonneschijn. En dat in combinatie met al die witte bergen en bossen maakt het wintergevoel helemaal compleet. We lopen de hike rondom het Johnson lake, een hike van ongeveer 5 km. Ook nu treffen we geen wild aan, wel een heleboel verse uitwerpselen van Big Horn(y) Sheeps, herten en elks. Ook zien we erg veel verse sporen, onder andere het verse spoor van een wolf.
Daarna rijden we naar Calgary, waar we aan de westkant van de stad een camping aanbevolen hebben gekregen. Na veel rondrijden in de omgeving (ons navigatiesysteem heeft nog geen weet van de vele recentelijke veranderingen van wegen rond Calgary) vinden we de camping aan de voet van het voormalige Olympische skistadion (grote springschansen, bobsleebanen, kabelbanen etc etc). Het beloofde verwarmde buitenzwembad is per begin september al gesloten en ook het beloofde shuttle busje naar downtown rijdt niet meer. Dus na inchecken op de camping pakken we de camper en rijden naar downtown. Calgary is een erg drukke, hectische stad, natuurlijk erg bekend om zijn jaarlijkse stampede. Maar we vinden een parkeerplaats midden in het centrum, vlak bij de beroemde Calgary Tower. Het centrum is voorzien van het zgn. “+15 Walking System”, een labyrint van bovengrondse, overdekte wandelgalerijen op 15 feet hoogte, die de grote gebouwen met elkaar verbinden. Zo kun je volledig droog en warm het hele centrum van Calgary doorkruisen. Echt bizar, we hebben af en toe best lopen puzzelen om de weg te vinden. Het nadeel van dit systeem is wel dat in de winter de straten buiten vrijwel uitgestorven zijn wat betreft voetgangers.
Op deze manier lopen we vanaf de Calgary Tower dwars door downtown naar een eiland in de Bow rivier, Prince’s eiland. Een door de aanleg van een extra verbindingskanaal tbv de houtindustrie ontstaan eiland. Op dit eiland huizen kolonies bevers (waarvan we wel de dammen en de afgeknaagde bomen zien, maar de bevers zelf niet), grote groepen grote zwarte eekhoorns, raccoons, hazen en zelfs prairiewolven. Na een paar uurtjes hebben we het wel gezien in de stad en rijden terug naar de camping. Morgen (zaterdag) heet vroeg moet de camper ingeleverd worden. We hopen dat we onze zware rugzakken al op het vliegveld kunnen droppen en dat we dan nog even tijd hebben om downtown te gaan. We willen (als het weer goed is) nog wel even de Calgary Tower in om te genieten van het uitzicht en als het lukt wat tijd betreft, ook nog naar het beroemde Glenbow museum. En dan zaterdagmiddag om 18:00 uur lokale tijd naar huis.
Vanochtend worden we wakker in een wondere witte sneeuw wereld. Het heeft afgelopen nacht behoorlijk gesneeuwd en de hele camping en de bergen en bossen rondom ons heen is als op wintersport. De zon komt een beetje door en we besluiten voordat we naar Calgary rijden eerst nog een hike te gaan maken in de omgeving van Banff. Dus we rijden weer naar de Minnewanka loop die we aantreffen in een stralende zonneschijn. En dat in combinatie met al die witte bergen en bossen maakt het wintergevoel helemaal compleet. We lopen de hike rondom het Johnson lake, een hike van ongeveer 5 km. Ook nu treffen we geen wild aan, wel een heleboel verse uitwerpselen van Big Horn(y) Sheeps, herten en elks. Ook zien we erg veel verse sporen, onder andere het verse spoor van een wolf.
Daarna rijden we naar Calgary, waar we aan de westkant van de stad een camping aanbevolen hebben gekregen. Na veel rondrijden in de omgeving (ons navigatiesysteem heeft nog geen weet van de vele recentelijke veranderingen van wegen rond Calgary) vinden we de camping aan de voet van het voormalige Olympische skistadion (grote springschansen, bobsleebanen, kabelbanen etc etc). Het beloofde verwarmde buitenzwembad is per begin september al gesloten en ook het beloofde shuttle busje naar downtown rijdt niet meer. Dus na inchecken op de camping pakken we de camper en rijden naar downtown. Calgary is een erg drukke, hectische stad, natuurlijk erg bekend om zijn jaarlijkse stampede. Maar we vinden een parkeerplaats midden in het centrum, vlak bij de beroemde Calgary Tower. Het centrum is voorzien van het zgn. “+15 Walking System”, een labyrint van bovengrondse, overdekte wandelgalerijen op 15 feet hoogte, die de grote gebouwen met elkaar verbinden. Zo kun je volledig droog en warm het hele centrum van Calgary doorkruisen. Echt bizar, we hebben af en toe best lopen puzzelen om de weg te vinden. Het nadeel van dit systeem is wel dat in de winter de straten buiten vrijwel uitgestorven zijn wat betreft voetgangers.
Op deze manier lopen we vanaf de Calgary Tower dwars door downtown naar een eiland in de Bow rivier, Prince’s eiland. Een door de aanleg van een extra verbindingskanaal tbv de houtindustrie ontstaan eiland. Op dit eiland huizen kolonies bevers (waarvan we wel de dammen en de afgeknaagde bomen zien, maar de bevers zelf niet), grote groepen grote zwarte eekhoorns, raccoons, hazen en zelfs prairiewolven. Na een paar uurtjes hebben we het wel gezien in de stad en rijden terug naar de camping. Morgen (zaterdag) heet vroeg moet de camper ingeleverd worden. We hopen dat we onze zware rugzakken al op het vliegveld kunnen droppen en dat we dan nog even tijd hebben om downtown te gaan. We willen (als het weer goed is) nog wel even de Calgary Tower in om te genieten van het uitzicht en als het lukt wat tijd betreft, ook nog naar het beroemde Glenbow museum. En dan zaterdagmiddag om 18:00 uur lokale tijd naar huis.
vrijdag 5 oktober 2007
Bannf dag 3
Donderdag 4 oktober 2007
We hebben de kachel vannacht maar laten lopen. Dan maar 1x per kwartier wakker worden van het geraas van dat ding als hij aanslaat. Beter dan verkleumd tot op het bot wakker worden….
We slapen dus niet erg best en hebben een flink ochtendhumeur.. Maar na een ontbijtje gaat het alweer stukken beter. Het weer ziet er niet heel slecht uit. Wel komt de sneeuwgrens steeds lager te liggen en is het nu – 1.5 Graden Celcius….
We doen een hike van 4.6 km naar de Stoney Squaw Lookout vanwaar je een mooi panorama hebt over het Banff-gebied met de Vermillion Lakes. Het is een vrij saaie klim omhoog door het bos, waarbij je niet om je heen kunt kijken omdat je dan meteen struikelt over spekgladde boomwortels. We moeten door de sneeuw naar boven en het is ijskoud.
Daarna doen we een hike(je) van 3 km die begint bij Lake Minnewanka en eindigt bij een brug over het kleine Stewart Fjord. Mooi blauwgroen water, dat kraakhelder is. Het schijnt dat zich in het meer nog een verzonken dorp bevindt uit 1940. Toen de stuwdam hier werd aangelegd is het onder water gelopen. Een prima duikspot! Helaas te koud nu….
We hebben geen zin meer om nog naar de hotsprings te gaan, alhoewel dat nu heerlijk warm lijkt.. We halen wat booze en lekkere dingen bij de supermarkt en gaan naar de bieb om te internetten. Prachtige boeken hebben ze hier trouwens, het geeft weer nieuwe reiskriebels ook.
We hebben de kachel vannacht maar laten lopen. Dan maar 1x per kwartier wakker worden van het geraas van dat ding als hij aanslaat. Beter dan verkleumd tot op het bot wakker worden….
We slapen dus niet erg best en hebben een flink ochtendhumeur.. Maar na een ontbijtje gaat het alweer stukken beter. Het weer ziet er niet heel slecht uit. Wel komt de sneeuwgrens steeds lager te liggen en is het nu – 1.5 Graden Celcius….
We doen een hike van 4.6 km naar de Stoney Squaw Lookout vanwaar je een mooi panorama hebt over het Banff-gebied met de Vermillion Lakes. Het is een vrij saaie klim omhoog door het bos, waarbij je niet om je heen kunt kijken omdat je dan meteen struikelt over spekgladde boomwortels. We moeten door de sneeuw naar boven en het is ijskoud.
Daarna doen we een hike(je) van 3 km die begint bij Lake Minnewanka en eindigt bij een brug over het kleine Stewart Fjord. Mooi blauwgroen water, dat kraakhelder is. Het schijnt dat zich in het meer nog een verzonken dorp bevindt uit 1940. Toen de stuwdam hier werd aangelegd is het onder water gelopen. Een prima duikspot! Helaas te koud nu….
We hebben geen zin meer om nog naar de hotsprings te gaan, alhoewel dat nu heerlijk warm lijkt.. We halen wat booze en lekkere dingen bij de supermarkt en gaan naar de bieb om te internetten. Prachtige boeken hebben ze hier trouwens, het geeft weer nieuwe reiskriebels ook.
Bannf dag 2
Woensdag 3 oktober 2007
En ja hoor, het was alweer een superkoude nacht. Temperaturen tegen het vriespunt. De hele avond heeft het ongelofelijk gesneeuwd. De kou trekt op tot in onze botten en we kunnen bijna niet meer uit de gebruikelijke foetushouding (een instinctieve houding die je aanneemt in je slaap om warm te blijven) komen als we wakker worden. We hebben bedacht dat we komende nacht de kachel gewoon aan laten staan in de camper, ook al maakt ie een heleboel lawaai als hij aanslaat, je schrikt er dan wakker van. Vanochtend schijnt de zon zowaar. De camping ligt echt ingesloten aan vier kanten door hoge bergen, en deze waren vanochtend mooi wit. Net of we op wintersport zijn. Het belooft een erg mooie dag te gaan worden, ook al geloven we daar niet meer in, zeker niet nadat we het weerbericht gebeld hebben, het voorspelt 60% kans op neerslag... Maar we gaan we dus maar snel op stap om nog van het mooie weer te genieten zolang het duurt. We rijden eerst vanaf de camping de Tunnel Mountain drive richting Banff en parkeren de RV op de Surprise parkeerplaats waar je een geweldig uitzicht hebt op het Banff Springs hotel. Het is weer echt eden ‘Shining-hotel’. Bizar om hier midden in de majestueuze bergwereld zo’n kasteelachtig superhotel tegen te komen. Vanaf het parkeerterreintje begint de Bow River Hoodoo hike, een trail van ruim 3 km naar een aantal hoodoos. Een geweldige wandeling. Onderweg komen we een groep elks tegen die zich totaal niet storen aan onze aanwezigheid. Het mannetje in de groep houdt wel alles goed in de gaten. Zijn gebrurl is indrukwekkend. Het weer is fantastisch. Lekker zonnetje en zelfs warm af en toe. De hoodoos vallen erg tegen na de hoodoos die we op onze spectaculaire hike in Yoho NP hebben gezien. Maar het feit dat we helemaal alleen door een geweldige natuur hiken maakt veel goed. Daarna rijden we even naar de andere kant van de Bow River en genieten van de indrukwekkende Bow River waterval om dan snel door te gaan naar het Banff Spring hotel. Bij binnenkomst in het hotel worden we verwelkomd door een neger in Schotse kilt (het hotel is in Schotse stijl gebouwd, vandaar, blijkbaar…). Hij blijkt uit Jamaica te komen en we hebben een gezellig praatje met hem. In het hotel mag je als toerist de 3 eerste verdiepingen bekijken. Het is echt bizar, enorme zalen waar helemaal niemand is. Het is een emorm doolhof en er is helemaal niemand. Heel af en toe kom je een stel oude dametjes tegen die chique thee zitten te drinken in een erkertje, verder is er niemand te bekennen. De gemiddelde prijs voor een kamer is $ 900,- per nacht voor een suite. We zien veel ‘door internet-hypes rijk geworden mannetjes’ rondlopen die er blijkbaar op kicken het personeel enorm te commanderen en soms zelfs af te blaffen. Ze rijden in onbetaalbare auto’s (soms met chauffeur) rond. Waarom hebben wij nou nooit eens een slim idee dat een gat in de markt blijkt te zijn? L
Het hotel is in de vorige eeuw al gebouwd door Van Horn, vice president van de Canadian Pacific Railways. Er hangen veel oude foto’s uit die tijd. Ze hielden ook Indianen-bijeenkomsten, een soort feestdagen waarbij alle indianen uit de omgeving werden uitgenodigd. Nog helemaal niet zolang geleden en die foto’s lijken toch al zo oud…
Na het hotel bezoek rijden we met de camper naar Bankhead, een klein stukje buiten Banff. Dit is de plaats waar van 1904 to 1922 een grote kolenmijn was (ten behoeve van de stoomtreinen) en waar nu nog een aantal indrukwekkende resten van overgebleven zijn. Door economische omstandigheden is het stadje in 1922 verlaten. Indertijd was Bankhead groter dan Banff. Nu is het een spookstadje. Echt bizar om doorheen te dwalen. Allerlei resten van oud mijn-materieel ligt er nog alsook grote bergen mijnafval. Het schijnt dat de laatst overgeblevene 100 geesten heeft moeten verdrijven hier… Niemand wilde er ook begraven worden. Van de enige persoon bij wie ze het geprobeerd hebben (het enige slachtoffer van een moordaanslag in het stadje, een Chinese immigrant zonder vrienden of familie), zijn de resten na wederopgraving toch terug naar zijn vaderland gebracht. Terug op de camping hagelt het van jewelste. Ons dagelijks wijntje gaat er goed in. Aangezien het weer weer opklaart besluiten we nog even naar Banff te lopen dwars door het bos. We verbazen ons even in een originele Indianenwinkel waar een compleet fort aan vast gebouwd is (helaas zien we veel opgezette beren, cougars en andere mooie dieren daar…) en duiken dan een pub in waar we ons even lekker laven ons rode wijnen Molsen bier (real Canadian). Het zelf koken bevalt eigenlijk prima. We maken vrij eenvoudige gerechten (kant-en-klare sauzen) maar ze zijn wel gezond omdat we overal verse groentes toevoegen. In ieder geval gezonder dan wat je hier krijgt als je uit eten gaat…
En ja hoor, het was alweer een superkoude nacht. Temperaturen tegen het vriespunt. De hele avond heeft het ongelofelijk gesneeuwd. De kou trekt op tot in onze botten en we kunnen bijna niet meer uit de gebruikelijke foetushouding (een instinctieve houding die je aanneemt in je slaap om warm te blijven) komen als we wakker worden. We hebben bedacht dat we komende nacht de kachel gewoon aan laten staan in de camper, ook al maakt ie een heleboel lawaai als hij aanslaat, je schrikt er dan wakker van. Vanochtend schijnt de zon zowaar. De camping ligt echt ingesloten aan vier kanten door hoge bergen, en deze waren vanochtend mooi wit. Net of we op wintersport zijn. Het belooft een erg mooie dag te gaan worden, ook al geloven we daar niet meer in, zeker niet nadat we het weerbericht gebeld hebben, het voorspelt 60% kans op neerslag... Maar we gaan we dus maar snel op stap om nog van het mooie weer te genieten zolang het duurt. We rijden eerst vanaf de camping de Tunnel Mountain drive richting Banff en parkeren de RV op de Surprise parkeerplaats waar je een geweldig uitzicht hebt op het Banff Springs hotel. Het is weer echt eden ‘Shining-hotel’. Bizar om hier midden in de majestueuze bergwereld zo’n kasteelachtig superhotel tegen te komen. Vanaf het parkeerterreintje begint de Bow River Hoodoo hike, een trail van ruim 3 km naar een aantal hoodoos. Een geweldige wandeling. Onderweg komen we een groep elks tegen die zich totaal niet storen aan onze aanwezigheid. Het mannetje in de groep houdt wel alles goed in de gaten. Zijn gebrurl is indrukwekkend. Het weer is fantastisch. Lekker zonnetje en zelfs warm af en toe. De hoodoos vallen erg tegen na de hoodoos die we op onze spectaculaire hike in Yoho NP hebben gezien. Maar het feit dat we helemaal alleen door een geweldige natuur hiken maakt veel goed. Daarna rijden we even naar de andere kant van de Bow River en genieten van de indrukwekkende Bow River waterval om dan snel door te gaan naar het Banff Spring hotel. Bij binnenkomst in het hotel worden we verwelkomd door een neger in Schotse kilt (het hotel is in Schotse stijl gebouwd, vandaar, blijkbaar…). Hij blijkt uit Jamaica te komen en we hebben een gezellig praatje met hem. In het hotel mag je als toerist de 3 eerste verdiepingen bekijken. Het is echt bizar, enorme zalen waar helemaal niemand is. Het is een emorm doolhof en er is helemaal niemand. Heel af en toe kom je een stel oude dametjes tegen die chique thee zitten te drinken in een erkertje, verder is er niemand te bekennen. De gemiddelde prijs voor een kamer is $ 900,- per nacht voor een suite. We zien veel ‘door internet-hypes rijk geworden mannetjes’ rondlopen die er blijkbaar op kicken het personeel enorm te commanderen en soms zelfs af te blaffen. Ze rijden in onbetaalbare auto’s (soms met chauffeur) rond. Waarom hebben wij nou nooit eens een slim idee dat een gat in de markt blijkt te zijn? L
Het hotel is in de vorige eeuw al gebouwd door Van Horn, vice president van de Canadian Pacific Railways. Er hangen veel oude foto’s uit die tijd. Ze hielden ook Indianen-bijeenkomsten, een soort feestdagen waarbij alle indianen uit de omgeving werden uitgenodigd. Nog helemaal niet zolang geleden en die foto’s lijken toch al zo oud…
Na het hotel bezoek rijden we met de camper naar Bankhead, een klein stukje buiten Banff. Dit is de plaats waar van 1904 to 1922 een grote kolenmijn was (ten behoeve van de stoomtreinen) en waar nu nog een aantal indrukwekkende resten van overgebleven zijn. Door economische omstandigheden is het stadje in 1922 verlaten. Indertijd was Bankhead groter dan Banff. Nu is het een spookstadje. Echt bizar om doorheen te dwalen. Allerlei resten van oud mijn-materieel ligt er nog alsook grote bergen mijnafval. Het schijnt dat de laatst overgeblevene 100 geesten heeft moeten verdrijven hier… Niemand wilde er ook begraven worden. Van de enige persoon bij wie ze het geprobeerd hebben (het enige slachtoffer van een moordaanslag in het stadje, een Chinese immigrant zonder vrienden of familie), zijn de resten na wederopgraving toch terug naar zijn vaderland gebracht. Terug op de camping hagelt het van jewelste. Ons dagelijks wijntje gaat er goed in. Aangezien het weer weer opklaart besluiten we nog even naar Banff te lopen dwars door het bos. We verbazen ons even in een originele Indianenwinkel waar een compleet fort aan vast gebouwd is (helaas zien we veel opgezette beren, cougars en andere mooie dieren daar…) en duiken dan een pub in waar we ons even lekker laven ons rode wijnen Molsen bier (real Canadian). Het zelf koken bevalt eigenlijk prima. We maken vrij eenvoudige gerechten (kant-en-klare sauzen) maar ze zijn wel gezond omdat we overal verse groentes toevoegen. In ieder geval gezonder dan wat je hier krijgt als je uit eten gaat…
woensdag 3 oktober 2007
Banff
Dinsdag 2 oktober 2007
Het is weer ontiegelijk koud geweest vannacht en onze gewrichten en spieren voelen pijnlijk aan. Het lijkt wel of de winter al is begonnen hier… We hebben echter een prachtig uitzicht vanaf onze campplaats op hoge, witbesneeuwde bergtoppen. Het weer ziet er redelijk uit, zonnig!
We doen onze eerste hike, de Fenland Loop, vlakbij de Vermilion Lakes, waarvan we schitterende foto’s hebben gezien. Helaas is het weer niet al te best meer en is de asfalt weg die langs de meren loopt niet echt bijzonder. Maar dat heeft natuurlijk alles te maken met het sombere weer. De bergen zijn geheel aan het zicht onttrokken en we zien verder ook geen wildlife.
We rijden door naar Cave & Basin National Historic Site, waar zich zwavelbronnen bevinden. Het stinkt er enorm naar rotte eieren. We lopen via een asfaltweg (3 km, saai..) naar de Sundance Canyon. Hier doen we een mooie hike, langs de waterval omhoog. Omdat het voortdurend regent jengelt het liedje ‘Raindrops keep falling on my head’ (uit Butch Cassidy and the Sundance Kid) voortdurend door ons hoofd….
Maar het is een mooie hike en we zien zelfs wat wildlife; een verbaasde Korhoender (tenminste, we denken dat het dat was, moeten we nog even opzoeken). Hij blijft gewoon zitten en pas na een tijdje wandelt hij op zijn gemak weg.
Bij terugkomst op de parkeerplaats staat er ineens een grote Elk (een vrouwtje) midden op de weg. We kunnen er maar net door, want ze doet geen stap opzij. Ze maakt geluiden naar haar kuddegenoten en we kunnen er mooie filmbeelden van maken. Elks schijnen een groot probleem te vormen, vooral hier in Banff. Ze zijn erg agressief en vallen zonder aarzelen aan als ze denken hun jongen te moeten verdedigen. We zitten nu in de library, waar we kunnen internetten. Tot onze grote ontsteltenis verkopen ze hier volop Zeehonden fur, de winkels liggen er vol mee…. Dat is dan toch wel de duistere kant van de Canadezen, die enorme zeehondenslachting die ze ieder jaar weer denken te moeten volbrengen L
Vanavond koken we weer zelf, de enige manier om niet al teveel drank binnen te krijgen. Die goedkope Marguerita’s zijn te verleidelijk…
Het is weer ontiegelijk koud geweest vannacht en onze gewrichten en spieren voelen pijnlijk aan. Het lijkt wel of de winter al is begonnen hier… We hebben echter een prachtig uitzicht vanaf onze campplaats op hoge, witbesneeuwde bergtoppen. Het weer ziet er redelijk uit, zonnig!
We doen onze eerste hike, de Fenland Loop, vlakbij de Vermilion Lakes, waarvan we schitterende foto’s hebben gezien. Helaas is het weer niet al te best meer en is de asfalt weg die langs de meren loopt niet echt bijzonder. Maar dat heeft natuurlijk alles te maken met het sombere weer. De bergen zijn geheel aan het zicht onttrokken en we zien verder ook geen wildlife.
We rijden door naar Cave & Basin National Historic Site, waar zich zwavelbronnen bevinden. Het stinkt er enorm naar rotte eieren. We lopen via een asfaltweg (3 km, saai..) naar de Sundance Canyon. Hier doen we een mooie hike, langs de waterval omhoog. Omdat het voortdurend regent jengelt het liedje ‘Raindrops keep falling on my head’ (uit Butch Cassidy and the Sundance Kid) voortdurend door ons hoofd….
Maar het is een mooie hike en we zien zelfs wat wildlife; een verbaasde Korhoender (tenminste, we denken dat het dat was, moeten we nog even opzoeken). Hij blijft gewoon zitten en pas na een tijdje wandelt hij op zijn gemak weg.
Bij terugkomst op de parkeerplaats staat er ineens een grote Elk (een vrouwtje) midden op de weg. We kunnen er maar net door, want ze doet geen stap opzij. Ze maakt geluiden naar haar kuddegenoten en we kunnen er mooie filmbeelden van maken. Elks schijnen een groot probleem te vormen, vooral hier in Banff. Ze zijn erg agressief en vallen zonder aarzelen aan als ze denken hun jongen te moeten verdedigen. We zitten nu in de library, waar we kunnen internetten. Tot onze grote ontsteltenis verkopen ze hier volop Zeehonden fur, de winkels liggen er vol mee…. Dat is dan toch wel de duistere kant van de Canadezen, die enorme zeehondenslachting die ze ieder jaar weer denken te moeten volbrengen L
Vanavond koken we weer zelf, de enige manier om niet al teveel drank binnen te krijgen. Die goedkope Marguerita’s zijn te verleidelijk…
Van Kootenay NP naar Banff
Maandag 1 oktober 2007
We staan redelijk op tijd op, ontbijten stevig (we hebben constant gigantische honger, zal wel komen door al het blikvoer dat we hier eten…). We vertrekken en laten met weemoed in het hart deze mooie camping achter. Een camping waar je s’ochtends hertjes tegenkomt op weg naar het toilet! Het ligt eigenlijk in een groot dal, volledig windstil en met uitzicht (naar boven) op hoodoos. Tijdens het tanken zien we ineens een Big Horn(y) Sheep rondlopen. Totaal niet bang, hij loopt gewoon tussen de auto’s door. Rare beesten….
We rijden naar de Paint Pots, een voor Indianen heilige plaats (in het verleden). De kleurstoffen in de poelen zijn gebruikt om hun lichamen te beschilderen.
Het zijn koude, ijzerrijke bronnen die opborrelen tot kleine poelen. Begin 20e eeuw was de start van het commercieel ontginnen van de aarde om er kleurstoffen aan te onttrekken. Er staat nog wat oud mijngereedschap, verspreid over het terrein.
We rijden door. Marble Canyon is helaas gesloten vanwege een bosbrand in 2003 waardoor alle paden vernietigd zijn. We zien ineens een grijze wolf lopen. Hij kijkt ons strak aan. We stoppen de RV maar kunnen hem helaas niet fotograferen of filmen. We komen uit bij Johnstone Canyon. Een hike van 2.7 km (enkele reis) gaat dwars door de spectaculaire kloof waarbij je constant honderden meters diep naar beneden kunt kijken. Je kunt de watervallen volgen tot helemaal bovenin waar je bij een soort ‘weeping wall’ uitkomt. Een gepolijste muur waar vele stroompjes water naar beneden komen. Af en toe schijnt de zon en dan ineens zitten we weer in een sneeuwbui. Je moet hier op allerlei weertypes berekend zijn….
We rijden door tot aan Banff , waar je in de zomer (juli en augustus) moet zorgen dat je voor 14 uur binnen bent, anders heb je geen plaats meer.. . We krijgen een plekje op een soort parkeerplaats. Wel met uitzicht op prachtige bergtoppen. Het is bere(n)koud hier dus we moeten opwarmen. Gelukkig hebben we een fles whisky gekocht waar dat erg goed mee lukt!
We vinden een smal bospaadje naar beneden, naar het dorp. In een voortuin zien we ineens een groot hert aan de heg eten. Totaal niet bang, volgens de buurvrouw zit hij hier dagelijks. Raar…
We eten bij Earls. Echt een aanrader. De Marguerita’s zijn maar 4 Australische dollars op maandagavond (boffen wij even..). We eten iets Indiaas (Kip Corma?), erg lekker en leuke, humoristische bediening. We drinken een grote bak koffie bij Starbucks. Het bospad terug is pikkedonker. Gelukkig hebben we 2 zaklampjes bij ons..
We staan redelijk op tijd op, ontbijten stevig (we hebben constant gigantische honger, zal wel komen door al het blikvoer dat we hier eten…). We vertrekken en laten met weemoed in het hart deze mooie camping achter. Een camping waar je s’ochtends hertjes tegenkomt op weg naar het toilet! Het ligt eigenlijk in een groot dal, volledig windstil en met uitzicht (naar boven) op hoodoos. Tijdens het tanken zien we ineens een Big Horn(y) Sheep rondlopen. Totaal niet bang, hij loopt gewoon tussen de auto’s door. Rare beesten….
We rijden naar de Paint Pots, een voor Indianen heilige plaats (in het verleden). De kleurstoffen in de poelen zijn gebruikt om hun lichamen te beschilderen.
Het zijn koude, ijzerrijke bronnen die opborrelen tot kleine poelen. Begin 20e eeuw was de start van het commercieel ontginnen van de aarde om er kleurstoffen aan te onttrekken. Er staat nog wat oud mijngereedschap, verspreid over het terrein.
We rijden door. Marble Canyon is helaas gesloten vanwege een bosbrand in 2003 waardoor alle paden vernietigd zijn. We zien ineens een grijze wolf lopen. Hij kijkt ons strak aan. We stoppen de RV maar kunnen hem helaas niet fotograferen of filmen. We komen uit bij Johnstone Canyon. Een hike van 2.7 km (enkele reis) gaat dwars door de spectaculaire kloof waarbij je constant honderden meters diep naar beneden kunt kijken. Je kunt de watervallen volgen tot helemaal bovenin waar je bij een soort ‘weeping wall’ uitkomt. Een gepolijste muur waar vele stroompjes water naar beneden komen. Af en toe schijnt de zon en dan ineens zitten we weer in een sneeuwbui. Je moet hier op allerlei weertypes berekend zijn….
We rijden door tot aan Banff , waar je in de zomer (juli en augustus) moet zorgen dat je voor 14 uur binnen bent, anders heb je geen plaats meer.. . We krijgen een plekje op een soort parkeerplaats. Wel met uitzicht op prachtige bergtoppen. Het is bere(n)koud hier dus we moeten opwarmen. Gelukkig hebben we een fles whisky gekocht waar dat erg goed mee lukt!
We vinden een smal bospaadje naar beneden, naar het dorp. In een voortuin zien we ineens een groot hert aan de heg eten. Totaal niet bang, volgens de buurvrouw zit hij hier dagelijks. Raar…
We eten bij Earls. Echt een aanrader. De Marguerita’s zijn maar 4 Australische dollars op maandagavond (boffen wij even..). We eten iets Indiaas (Kip Corma?), erg lekker en leuke, humoristische bediening. We drinken een grote bak koffie bij Starbucks. Het bospad terug is pikkedonker. Gelukkig hebben we 2 zaklampjes bij ons..
maandag 1 oktober 2007
Radium Hot Springs
Zondag 30 september 2007
We slapen flink uit, we zijn erg moe. Waarschijnlijk is het toch ‘heavy traveling’ geweest afelopen weken. Het is weer mooi weer, net als gisteren. Wel koud…
We zien wat hertjes (moeder met 2 jongen) op de camping rondscharrelen. Het is echt een paradijs hier! We doen wat boodschappen in het dorpje, dat verder niets voorstelt. Maar de supermarkt is open op zondag, daar kan Nederland een voorbeeld aan nemen!
We doen een mooie hike vanaf de camping door het bos omhoog en langs de Sinclair Falls (niet van Bonny..) naar de Radium Hot Springs. Onderweg zien we een ‘big horn sheep’ mannetje lopen. Hij rent met gemak verticale hellingen op, ongelofelijk…
De hotsprings zijn heerlijk. Het radio-actieve water van 40 graden Celcius heeft een verkwikkende uitwerking. Gelukkig is de mate van radio-activiteit net zo laag als wat de lichtgevende wijzers van je horloge uitstralen. Het is een soort buitenzwembad, waar je lekker wat kan rondzwemmen. Er zijn ook koude baden maar dat zien we nu even niet zitten vanwege de koude buitentemperatuur.
De Zinfandel Rose (de enige druivensoort die ze hier kennen..) gaat er weer lekker in.
We slapen flink uit, we zijn erg moe. Waarschijnlijk is het toch ‘heavy traveling’ geweest afelopen weken. Het is weer mooi weer, net als gisteren. Wel koud…
We zien wat hertjes (moeder met 2 jongen) op de camping rondscharrelen. Het is echt een paradijs hier! We doen wat boodschappen in het dorpje, dat verder niets voorstelt. Maar de supermarkt is open op zondag, daar kan Nederland een voorbeeld aan nemen!
We doen een mooie hike vanaf de camping door het bos omhoog en langs de Sinclair Falls (niet van Bonny..) naar de Radium Hot Springs. Onderweg zien we een ‘big horn sheep’ mannetje lopen. Hij rent met gemak verticale hellingen op, ongelofelijk…
De hotsprings zijn heerlijk. Het radio-actieve water van 40 graden Celcius heeft een verkwikkende uitwerking. Gelukkig is de mate van radio-activiteit net zo laag als wat de lichtgevende wijzers van je horloge uitstralen. Het is een soort buitenzwembad, waar je lekker wat kan rondzwemmen. Er zijn ook koude baden maar dat zien we nu even niet zitten vanwege de koude buitentemperatuur.
De Zinfandel Rose (de enige druivensoort die ze hier kennen..) gaat er weer lekker in.
Abonneren op:
Posts (Atom)